Idee van de maand – alleenstaande gebouwen

Verschillende adviseurs hebben KEGO erop geattendeerd dat het begrip ´alleenstaande gebouwen´ niet duidelijk is. Naar aanleiding hiervan is Erik Pennings, de accountmanager RVO, in gesprek gegaan met RVO om tot een betere beschrijving te komen.

Het begrip ‘alleenstaande gebouwen’ is bedoeld voor een vrijstaand gebouw. Dus los van elk ander gebouw. Een luchtspouw tussen 2 gebouwscheidende wanden kan daarbij niet gezien worden als open buitenruimte. Dat geldt voor zowel woningbouw als utiliteitsbouw. Het concept alleenstaand / vrijstaand voor gebouwen komt uit de BBL: Artikel 6.28. (uitzonderingen energielabel) g. een alleenstaand gebouw met een gebruiksoppervlakte van minder dan 50 m².

Op de website van RVO stond echter:

Verhuur of verkoop van een unit van minder dan 50 m² in een gemeenschappelijk gebouw: is er dan een energielabelverplichting?

Als het totale gebouw met een eigen BAG-registratie dat verkocht of verhuurd wordt een vloeroppervlakte heeft van minder dan 50 m², dan is er geen energielabelverplichting. Maar is de totale vloeroppervlakte van het gebouw met een eigen BAG-registratie meer dan 50 m², dan is er bij verkoop en verhuur (aan een nieuwe huurder) een energielabelverplichting.

Dit werkte verwarrend. Heeft een appartement van 45 m² in een appartementencomplex (gebouw) van 1.000 m² dan geen labelplicht? Zo is het niet bedoeld. Een appartement in een (gemeenschappelijk) gebouw van >50 m² heeft labelplicht, dat zegt iets over het gebouw, niet over het individuele appartement.

RVO heeft de tekst inmiddels aangepast:

Is de totale gebruiksoppervlakte van het gemeenschappelijke gebouw meer dan 50 m²? Dan is er bij verkoop en verhuur (aan een nieuwe huurder) een energielabelverplichting. Alleen vrijstaande gebouwen met een gebruiksoppervlakte van minder dan 50 m² zijn uitgezonderd van de energielabelplicht.

https://www.rvo.nl/onderwerpen/wetten-en-regels-gebouwen/energielabel-utiliteitsgebouwen/veelgestelde-vragen

Fijn dat KEGO met jullie en de partijen in het stelsel EPG elkaar op deze manier kunnen versterken.