21 september door Karin de Ferrante
Bewijslast voldoende beperking risico op oververhitting
Via KEGO krijgen wij veel vragen over de wijze waarop bij aanvraag omgevingsvergunning (meldingsplicht) aangetoond kan worden dat het risico op oververhitting voldoende wordt beperkt. Na overleg met RVO, NEN en ISSO hebben wij een FAQ opgesteld.
Situatie indien geen actieve koeling aanwezig: Als er geen actieve koeling aanwezig is, dan moet je voor alle woningen (in een woongebouw) een berekening maken waaruit de TOjuli blijkt.
Een alternatief, om aan te tonen dat het risico op oververhitting voldoende is beperkt, is een GTO-berekening, waaruit blijkt dat er niet meer dan 450 overschrijdingsuren zijn. Een GTO berekening is een dynamische berekening. De eisen voor de GTO-berekening staan in het Besluit bouwwerken leefomgeving. De EP-adviseur is verantwoordelijk voor het correct invoeren van het resultaat van de GTO-berekening in de EP-software bij registratie, niet voor de GTO berekening zelf. De GTO-berekening moet in het projectdossier van de EP-adviseur opgenomen worden.
Situatie met actieve koeling (ook via bodembron): Indien er wel actieve koeling wordt toegepast, waaronder in dit kader ook vrije koeling via bodembron en warmtepomp in zomerbedrijf wordt gerekend, moet je vanaf 1 juli 2024 bij de berekening op gebouwniveau nagaan of het risico op oververhitting voldoende wordt beperkt. Je volgt daarbij het schema in paragraaf 6.6 van het opnameprotocol. Als bij een woongebouw niet aan de voorwaarden in het schema voldaan wordt, dan moet je voor alle woningen in een woongebouw een energieprestatieberekening maken.
In het schema wordt gevraagd of het aannemelijk is dat er voldoende koelcapaciteit wordt gerealiseerd. In tegenstelling tot wat het opnameprotocol (bij opmerking 4) aangeeft hoeft de koellastberekening geen ‘dynamische’ berekening te zijn. Er zijn geen voorwaarden omschreven waar een koellast berekening aan moet voldoen. Het spreekt voor zich dat in de koellastberekening rekening gehouden moet worden met interne en externe warmtebronnen en ingaande en uitgaande warmtestromen.
Een alternatief voor de koellastberekening is een berekening volgens bijlage AA van de NTA8800. RVO heeft een rekentool met deze vereenvoudigde berekening beschikbaar gesteld. Deze rekentool kan via het contactformulier van RVO aangevraagd worden via Contactformulier (rvo.nl). Hier kan je aangeven dat je de Rekentool koelbehoefte NTA 8800 bijlage AA zou willen ontvangen
Indien deze berekening wordt toegepast moet deze berekening in het projectdossier van de EP-adviseur opgenomen worden. De EP-adviseur hoeft niet te controleren of het opgestelde vermogen van het koelsysteem voldoet aan de berekening van de minimaal op te stellen koelcapaciteit. Het spreekt voor zich dat het rekenbestand gedeeld wordt met de aanvrager van de omgevingsvergunning. Deze dient er zorg voor te dragen dat het risico op temperatuuroverschrijding voldoende wordt beperkt.
Een alternatief, om aan te tonen dat het risico op oververhitting voldoende is beperkt, is een GTO-berekening, waaruit blijkt dat er niet meer dan 450 overschrijdingsuren zijn. Zie “Situatie indien geen actieve koeling aanwezig is”.
In de software geef je aan welke berekening aanwezig is.
Overig nieuws
alle nieuwsberichtenVraag van de maand
Een adviseur vroeg ons raad over de invoer in Uniec3 ingeval een buitenunit en een war ...
Verplichte EP bijscholing 2025
Ook in 2025 komt er een verplichte bijscholing v ...
KEGO heeft een bestuursvacature
Wie zijn wij? KEGO staat voor Kenniscentrum Energieprestatie Gebouwde Omgevi ...